IJskruid (Mesembryanthemum crystallinum) soms ook ijsplantje of kristalplantje genoemd is een plant uit de familie Aizoaceae waartoe ook Nieuw-Zeelandse spinazie behoort. IJskruid dankt zijn naam aan zijn glinsterende, doorschijnende blaasjes, die zich als ijskristalletjes op de stengels en de bladeren bevinden. Onder deze blaasjes bevinden zich klieren, die natriumcarbonaat of soda uitscheiden. Daarom wordt de plant ook wel ‘sodaplant’ genoemd en kende ze in sommige streken zelfs toepassingen als wasmiddel. IJskruid is eigenlijk een vetplant die daarenboven kan groeien op plaatsen waar hoge zoutconcentraties in de bodem zitten. Van nature doet ijskruid het dan ook goed langs kusten en in woestijnregio’s. Vandaar ook de ziltige smaak van ijskruid. De frisse, knapperige ziltigheid maken het overigens een groente bij uitstek voor hete dagen, waarop je veel mineralen en sporenelementen verliest.

Het ijskruid stamt oorspronkelijk uit Zuidwest Afrika, Namibië en de Kaapregio. Sinds begin 18e eeuw werd het geïntroduceerd in Europa en op verschillende andere plaatsen in de wereld. Sindsdien komt het ook verwilderd voor in de in de Middellandse Zee regio, de Canarische eilanden, Californië, Mexico en Australië.

In onze streken is de plant niet winterhard en worden diverse leden van de ijskruid familie Aizoaceae als eenjarige,  zowel omwille van decoratieve als culinaire eigenschappen, geteeld. Mijn eerste herinnering aan ijskruid stamt uit mijn kleuterjaren waar de plantjes met witte, oranje en fuchsia roze bloemetjes jaar na jaar in de bloembakken van mijn oma belandden. Ik herinner mij nog hoe fascinerend de dikke, malse glinsterende blaadjes waren en hoe graag we erin zouden geknepen hebben. De straf die boven ons hoofd hing heeft menig plantje gered.

Bij Rawijs wordt de ijskruid soort Mesembryanthemum crystallinum geteeld omdat het lekker is. Sinds een paar jaar wordt het elk jaar opnieuw in de serre aangeplant. De plant heeft een oppervlakkige groeiwijze, witte bloemen en vormt tot een meter lange uitlopers die over de grond kruipen. IJskruid kan geoogst worden door de bladeren of de 10-15cm lange jonge scheuten te plukken. De plant zal dan verder vertakken en opnieuw uitgroeien. Pluk niet te veel, de plant moet kunnen recupereren. Bij een goede manier van plukken kan er geoogst worden tot oktober november. Vorig jaar genoten we eind november nog steeds van een paar knapperige ijskruid scheuten.

Zowel de bladeren als de stengels zijn een delicatesse. De stengels kunnen met of zonder dipsausje als aperitiefhapje of snack bij een drankje, de bladeren kunnen gewoon in een sla, apart of met andere slasoorten. Maak eens een sla van komkommer en ijskruid of tomaat en ijskruid of simpel ijskruid met citroen en olijfolie of met geroosterde sesam of ijskruid met nigelle zaadjes en koolzaadolie. Je kan het blad roerbakken en klaarmaken als spinazie of in de soep doen. Persoonlijk vind ik dit geen goede toepassing. Door roerbakken of in het algemeen door verwarmen, verliest ijskruid nu net zijn grootste troef, de knapperige, vlezige ziltigheid van het blad. Als je dan toch wilt roerbakken begeef je dan in de richting van het ijskruid familielid op het Nieuw-Zeelandse spinaziebed.

Omwille van de ziltige smaak combineert ijskruid ook perfect met alles wat uit de zee komt. IJskruid met diverse soorten gerookte vis zijn een schot in de roos. Op de website staat een recept van ijskruid met maatjes en een ander van ijskruid met rilette van gerookte makreel. Maar ook met gestoomde, gepocheerde of gebakken vis vormt het een lekkere combinatie.

IJskruid is een minder gekende groente. Je vindt ze niet in de courante groentewinkels. Als we ijskruid willen eten zijn er maar 2 mogelijkheden of we gaan winkelen in het high segment voedingsshops en delicatesse zaken of we gaan naar Rawijs. Dus, tijd om ijskruid uit te proberen. Pluk niet te veel. De plant moet kunnen recupereren en misschien wil iedereen wel eens proeven van dit fantastische plantje!

Met veel groeten,

Een enthousiaste Rawijzer