Dag Rawijs,

Een paar weken geleden zat ik te snuffelen in het ondertussen vergeelde maar nog altijd schitterende boek van Elisabeth de Lestrieux en Jelena de Belder, ‘De Smaak van Bloemen – De verfijnde kunst van het koken met bloemen’. Het boek is ondertussen meer dan dertig jaar oud en beide dames hebben ondertussen het tijdelijke met het eeuwige geruild maar niet zonder een uitgebreide trofeeënkast achter te laten.

Jelena de Belder-Kovacic was een landbouwingenieur van de universiteit van Zagreb die na haar huwelijk met Robert de Belder, samen met haar echtgenoot en schoonbroer George de Belder het Arboretum van Kalmthout wereldwijd op de kaart zette. Elisabeth de Lestrieux kwam via de tijdschriftenwereld met reportages over mode en interieur in de tuin terecht. In de jaren 1980-1990  werd ze een trendsetter wat tuinen, planten en bloemen betrof en in de loop van haar leven schreef ze er een vijftigtal boeken over bij elkaar.

Zo ook, De Smaak van Bloemen. Het boek mag dan alleen nog maar te verkrijgen zijn in tweedehandsversie, het is zeker niet passé. In tegendeel, de Lestrieux en de Belder waren voorlopers. De laatste jaren is de belangstelling voor de culinaire aspecten van bloemen alleen maar toegenomen. Chefs imponeren met bloemen, bij Rawijs plukken we sinds jaar en dag goudsbloemen, capucientjes, teunisbloemen, korenbloemen, viooltjes, bloemen van rucola, raapsteel, mosterdblad, brocoli, bloemkool, palmkool, venkel,   bieslook, salie,  baziel- en kaasjeskruid en niet te vergeten, we hebben ook nog rozen, vlier-, paarden- en daslookbloemen (her)ontdekt. Toch blijft het boek een bron van inspiratie. En daarover wou ik het hebben.

Het is meimaand, het wordt warmer en de rucola, raapsteel en mosterdblad waar we maandenlang de blaadjes van plukten gaan in bloei. De zwanenzang van rucola en co en alweer een bron van culinair plezier. Vorig jaar deze tijd schreef ik al iets over dit bloemenfestijn en zette ik ook een paar recepten met rucola-, raapsteel- en mosterdbloemen op de receptenpagina.  En nu, wat kan ik er aan toevoegen? Een omelet of frittata   met rucola en/of raapsteelbloemetjes? Best lekker maar dit alles verbleekt met wat de dames de Lestrieux en de Belder uit hun hoed toveren. Al moet ik toegeven dat het bloemenarsenaal dat ze in hun tweehonderd pagina’s dikke boek ter beschikking hebben best wel indrukwekkender is dan de rucola en co bloemetjes die nu bij Rawijs in de spotlights staan.

Bloesems van allerlei allooi zijn natuurlijk het mooist puur natuur, als versiering of als kleuraccent in sla. Maar door ons te veel te focussen op het esthetische aspect van bloemen vergeten we wel eens dat bloemen ook geur en smaak hebben en op die manier een bijdrage kunnen leveren aan de keuken. De Lestrieux en de Belder gebruiken bloesems om wijn, frisdrank, thee en azijn aromatiseren. Ze maken er geurige siroop, confituur, gelei of sorbet van, voegen ze als smaakaccent toe aan pannenkoeken, omeletten en souffles, dompelen  ze voorzien van een deegjasje in frituurolie en strooien ze over salades.

Een heel grappig idee van de Lestrieux en de Belder zijn de minibloesemboeketjes samengebonden met een lintje citroengras. Ze werden bij iedere gast in kleine glaasjes op tafel gezet. Versiering? Neen hoor. In het midden van de tafel stond ook nog een fonduepan. Iedere gast kreeg een kommetjes tempurabeslag of zoals de Lestrieux en de Belder zeggen, het frituurdeeg waar u het meest ervaring mee heeft. De boeketjes werden in deeg gedompeld en in de fonduepan gebakken. Poedersuiker erover en smullen…

Ik ben niet zo’n fondue liefhebber en frituren behoort ook al niet tot mijn kookrepertoire. Maar ik heb geprobeerd een hartige versie te maken met de gele bloemetjes van raapsteel en mosterdblad. Het werd door mijn huisgenoten geapprecieerd als leuk en lekker aperitiefhapje. Persoonlijk hou ik het eerder bij een salade of omelet van geblancheerde bloemknoppen of hartige taart met geitenkaas en met raapsteelbloemetjes.

Met veel groeten, Een enthousiaste Rawijzer