Dag Rawijs,
De eerste bloemkolen – de weeuwenteelt voor de anciens onder ons – zijn altijd een festijn. Bloemkool behoeft geen aanbeveling. Iedereen kan zo een reeks bloemkoolrecepten uit zijn mauw schudden. Bloemkool met worst en bechamelsaus veroverde zelfs een plaatsje in het canon van de Vlaamse recepten. Bloemkool kan warm of koud, rauw, gekookt, gebakken of geroosterd, in zijn geheel of in roosjes, gehakt of gepureerd en als hoofdgerecht, soep of aperitief geserveerd worden. En ik ben zeker dat deze opsomming nog verre van volledig is.
Maar eigenlijk wil ik het niet over bloemkool hebben. Wat deze keer vooral mijn aandacht trok waren de mooie, grote, dikke bladeren die de kolen omsluiten. Bijgevolg vertrok ik met een 6-tal grote bloemkoolbladeren. Eenmaal thuis werd het bladgroen van de nerven verwijderd. De witte, vlezige bloemkoolnerven zijn knapperig, totaal niet vezelig en eerder neutraal van smaak. De toepassingen zijn dus legio. Je kan ze in zijn geheel bereiden, in stukjes of fijngehakt. Je kan ze blancheren, bakken of rauw eten. Je kan ze bereiden in roomsaus en toevoegen aan pasta of risotto. Een van de mogelijkheden is de nerven in stukken van ca. 15cm te verdelen en die daarna in de lengte in repen van ca. 1cm breedte te snijden. De aldus bekomen bloemkoolbladrepen werden een 5-tal minuten geblancheerd in gezouten kokend water en in koud water afgeschrokken. Met deze basis kan je alle kanten uit. Wil je de klassieke toer op? Wikkel de bloemkoolnerven dan in gekookte ham, dek toe met een laag kaassaus en gratineer onder de gril. Dien op met puree van aardappelen. En gezien er nu ook spinazie is, kan je een paar handenvol fijngesnipperde spinaziebladeren aan de puree toevoegen. Of fijngehakte kervel. Ik opteerde voor een garnituur van fijngehakt ei en kervelvinaigrette*. Het kan natuurlijk ook anders. Serveer de nerven met een goede scheut olijfolie, rucola, gehakte zwarte olijven en een bolletje burata of mozarella. Of, iets meer bewerkelijk maar des te feestelijker, vervang het ei door grijze garnalen en de vinaigrette door een hollandaise of bearnaise saus. Voor de bearnaise : er is dragon in de kruidentuin!
Het bladgroen is eveneens niet te versmaden, het is lekker zacht en fris en heeft een subtiele koolsmaak. Ook hier kan je alle kanten mee uit. Net als de nerven kwam het bladgroen in kokend water terecht, het werd in fijne reepjes gesneden en op smaak gebracht met harissa, tomatentapenade en olijfolie*.
Nog een toemaatje : ik nam ook een bloemkool mee. De bladaanzetten die rond de bloemkool zitten, dus ook dikke bladnerven, belandden in de keukenrobot als basis voor een tapenade*. * De recepten waarnaar in de bovenstaande tekst wordt verwezen zitten in de receptenpagina.
Met veel groeten, Een enthousiaste Rawijzer